De rol van isolatiemateriaal bij brand wordt sterk overschat.  Het type isolatiemateriaal is namelijk niet bepalend voor de brandveiligheid van een gebouw.  Niets is immers onbrandbaar  Het is niet de vraag of iets brandt, maar bij welke temperatuur? Alles brandt namelijk, als de temperatuur maar hoog genoeg is. Minerale wol heeft een hogere ontbrandingstemperatuur dan EPS of PUR, maar ook glaswol ontbrandt rond de 700 °C, en steenwol bij 1100 °C. Bij een volledig ontwikkelde brand kunnen temperaturen oplopen tot 1200 °C.

De rol van isolatiemateriaal bij brand wordt sterk overschat.

Het type isolatiemateriaal is namelijk niet bepalend voor de brandveiligheid van een gebouw.

Niets is immers onbrandbaar

Het is niet de vraag of iets brandt, maar bij welke temperatuur? Alles brandt namelijk, als de temperatuur maar hoog genoeg is. Minerale wol heeft een hogere ontbrandingstemperatuur dan EPS of PUR, maar ook glaswol ontbrandt rond de 700 °C, en steenwol bij 1100 °C. Bij een volledig ontwikkelde brand kunnen temperaturen oplopen tot 1200 °C.

Menu
Ga terug naar submenu
Retour au sous-menu
Zurück zu Untermenü
Return to submenu

EPS en brandveiligheid

Beoordeling van producten in hun toepassing : Meestal moet worden gebouwd volgens een Bouwbesluit. Hierin worden met betrekking tot de brandveiligheid geen eisen gesteld aan het isolatiemateriaal, maar worden prestatie-eisen gesteld aan bouwdelen, zoals dak, gevel of vloer. Producten moeten dus beoordeeld worden in hun toepassing als onderdeel van de constructie.  De prestatie van de verschillende isolatiematerialen is bij de beoordeling van bouwdelen gelijk. Het type isolatiemateriaal is dus m.b.t. tot de brandveiligheid niet belangrijk.

Beoordeling van producten in hun toepassing :
Meestal moet worden gebouwd volgens een Bouwbesluit. Hierin worden met betrekking tot de brandveiligheid geen eisen gesteld aan het isolatiemateriaal, maar worden prestatie-eisen gesteld aan bouwdelen, zoals dak, gevel of vloer. Producten moeten dus beoordeeld worden in hun toepassing als onderdeel van de constructie.

De prestatie van de verschillende isolatiematerialen is bij de beoordeling van bouwdelen gelijk. Het type isolatiemateriaal is dus m.b.t. tot de brandveiligheid niet belangrijk.

Brandrisico en brandschade :
Het brandrisico en de omvang van de brandschade wordt niet door het isolatiemateriaal bepaald maar hoofdzakelijk door andere factoren, zoals de aanwezige vuurlast of de staalconstructie die bijvoorbeeld al na 20 minuten bezwijkt. In een gebouw maakt het isolatiemateriaal slechts een zeer klein gedeelte uit van de totale aanwezige materialen. Het is de inhoud van het gebouw die de hoogste bijdrage levert aan de vuurlast.


Gebruik SE-kwaliteit (airpop® is de nieuwe naam voor EPS-producten)

Alle bouwelementen die door EcoBriq  geproduceerd worden zijn van SE-kwaliteit (afgeleid van Schwer Entflammbar/ Self Extinguishing). Dit betekent dat de bijdrage tot de brandvoortplanting zeer laag is. De SE componenten zorgen voor een brandveilige toepassing voor de totale levensduur van een gebouw en/of constructie. De componenten spoelen niet uit of lossen niet op in water en de werking verdwijnt niet in de loop van de tijd.

Gedrag airpop® bij brand.

Bij brand ontstaan hoge temperaturen, voor mensen zijn temperaturen boven 45 ºC onbehaaglijk. Vanaf 65 ºC kan al blijvende schade aan de longen ontstaan en bij nog hogere temperaturen kan een mens niet meer overleven.

EPS-SE begint pas te verweken vanaf 90 ºC. Dus EPS-SE begint pas te smelten als de overlevingskansen voor mensen nihil zijn. Bij ca. 450 ºC wordt de ontbrandingstemperatuur van EPS-SE bereikt. Een brand heeft bij deze temperatuur reeds zijn volle omvang bereikt.

Andere materialen, zoals hout branden in deze fase al lang (vanaf 340 ºC) of zijn reeds opgebrand.  airpop® speelt daarom slechts een geringe rol bij een brand en doet geen afbreuk op de veiligheid van een gebouw.

   Gebruik SE-kwaliteit (airpop® is de nieuwe naam voor EPS-producten)   Alle bouwelementen die door EcoBriq  geproduceerd worden zijn van SE-kwaliteit (afgeleid van Schwer Entflammbar/ Self Extinguishing). Dit betekent dat de bijdrage tot de brandvoortplanting zeer laag is. De SE componenten zorgen voor een brandveilige toepassing voor de totale levensduur van een gebouw en/of constructie. De componenten spoelen niet uit of lossen niet op in water en de werking verdwijnt niet in de loop van de tijd.

Smeulgedrag
Een smeulbrand. kan ontstaan ten gevolge van lokale sterke verhitting, zoals bijvoorbeeld ten gevolge van laspitten of slijpwerk. Vaak vele uren na uitvoering van werkzaamheden leidt de langzame uitbreiding tot ontbranding van andere materialen. Smeulgedrag kan er tevens toe leiden dat een brand die gedoofd lijkt uren later opnieuw oplaait.
Smeulgedrag is een neveneffect dat niet voorkomt bij kunststof- isolatiematerialen, maar wel bij minerale wol optreedt. 

Emissie van isocyanaten

(in de Cone caloriemeter test)

Toxiciteit

Een minder bekend fenomeen bij verbranding van isolatiematerialen, is de toxiciteit, oftewel het vrijkomen van giftige gassen. Volgens het gerenommeerde brandinstituut SP in Zweden is isocyanaat een zeer gevaarlijk gas dat bij brand door bouwmaterialen wordt geproduceerd.


Bij minerale wol komt het meeste isocyanaat vrij. Bij PUR is dit beduidend minder. EPS produceert bij verbranding helemaal geen isocyanaat.

Toxiciteit  Een minder bekend fenomeen bij verbranding van isolatiematerialen, is de toxiciteit, oftewel het vrijkomen van giftige gassen. Volgens het gerenommeerde brandinstituut SP in Zweden is isocyanaat een zeer gevaarlijk gas dat bij brand door bouwmaterialen wordt geproduceerd.